dinsdag 18 oktober 2011

Inleiding

Hier vindt u het verslag van onze reis in 2004. Wij reden van Denver naar San Francisco, via een aantal nationale parken zoals Rocky Mountain NP, Yellowstone NP en Yosemite NP.
We hadden een auto gehuurd en logeerden in motels of in cabins op een camping.
Door te klikken op de kleine kaartjes en foto’s kun je een grotere versie zien. Aan het eind van het verslag (bij 7 augustus) staat een overzicht van de gereden kilometers en de kosten.

9 juli Amsterdam - Denver


9 juli
Van Amsterdam naar Denver
Overnachting: Fairfield Inn Denver Airport, 66 dollar

Na maandenlange voorbereiding is het vandaag zo ver. We gaan op vakantie naar Amerika. Net zoals twee jaar geleden hebben we de avond ervoor broodjes voor in de trein klaar gemaakt, en net zoals twee jaar geleden vergeten we ze 's morgens vroeg mee te nemen. Ontdekten we dit de vorige keer pas op het station, deze keer komen we er bij de tramhalte al achter. Met een enorme sprint kan Martin ze nog net ophalen voordat de tram komt. De hele reis naar Schiphol, tram en trein, heeft hij vervolgens nodig om uit te puffen.
We vliegen met British Airways via Londen naar Denver. Ze hebben een aparte incheckbalie en dat gaat vlot. Een kwartiertje wachten in de rij. Ook de douane en de veiligheidscontrole kosten een kwartiertje. We drinken een kopje koffie en dan gaan we naar onze pier. Na een tijdje komt ons vliegtuig er aan en we zien hoe de koffers van de vorige vlucht uitgeladen worden. Als je ziet hoe daar mee omgegaan wordt, weet je gelijk weer waarom het verstandig is om geen breekbare dingen in de koffer te stoppen. Als ze vervolgens de koffers van onze vlucht gaan inladen, zien we onze blauwwitte koelbox voorbijkomen.
We vertrekken te laat vanuit Schiphol maar we hebben 3 uur de tijd om over te stappen op de vlucht naar Denver en dat is voldoende. Op Heathrow maakt Judith van de gelegenheid gebruik om even te MSN-en. Bij het inchecken in Londen voor de vlucht naar Denver wordt onze handbagage aan een inspectie onderworpen. Martin bedenkt ter plekke dat hij een nageletui met een schaartje en een scherpe lange nagelvijl in zijn toilettas heeft laten zitten, maar gelukkig voor ons wordt deze over het hoofd gezien.
Alle stoelen in het vliegtuig hebben hun eigen tv-schermpje. Judith kijkt drie keer naar dezelfde film. We komen in Denver om ongeveer 18.30 uur plaatselijke tijd aan. Alle bagage is meegekomen. Later horen we dat dat wel eens mis gaat bij BA.
Bij Alamo halen we de auto op. We hebben een minivan gehuurd. Alles is al in Nederland betaald. Het enige wat we nog extra moeten betalen zijn de achterlatingkosten van 200 dollar omdat we de auto niet terugbrengen naar Denver maar deze in San Francisco zullen achterlaten. We mogen op het parkeerterrein bij de minivans zelf een auto uitzoeken. Het wordt een lichtblauwe Dodge Grand Caravan (Chrysler Voyager). Hij heeft twee achterbanken en daarachter nog bagageruimte. Al onze bagage gaat er dan ook met gemak in. De middelste bank bestaat uit twee stoelen. De koelbox past er naast, wat wel zo praktisch is, want daar kunnen we nu onderweg gemakkelijk bij. De tweede achterbank gebruiken we de rest van de reis als opslagplaats, al zijn de spullen die daar liggen wat moeilijker bereikbaar. Maar verder zijn we allemaal enthousiast over de auto, en na wat dingen uitgeprobeerd te hebben rijden we naar ons motel.
Het motel blijkt samen met een groep andere motels op een paar kilometer afstand van het vliegveld te liggen, echt in the middle of nowhere. Er is geen restaurant te bekennen, wel is er de mogelijkheid om wat te laten bezorgen, maar eigenlijk hebben we geen honger, en na wat oefeningen te hebben gedaan in de exercise room duiken we in bed. Het is inmiddels half tien plaatselijke tijd (5.30 uur Nederlandse tijd). We hebben een lange dag achter de rug.

10 juli Denver - Estes Park

10 juli
Van Denver naar Estes Park
Overnachting: KOA Cabin, 64 dollar
Afstand 104 km



Om 6.15 uur zijn we wakker en we duiken met z'n allen de exercise room in totdat het tijd is om te ontbijten. We hebben een gratis uitgebreid continental breakfast. Je kunt zelf wafels bakken en er zijn gekookte eieren. Verder de gebruikelijke zoete broodjes, die we de rest van de vakantie nog veel zullen tegenkomen. Vandaag is het een rustige dag, er staat ongeveer 100 km op het programma naar Estes Park. We rijden via Boulder en het plaatsje Nederland. Omdat we in Boulder niet direct de goede afslag hebben maken we een kleine sightseeingtour door Boulder.
Vervolgens rijden we van Boulder naar Nederland. De omgeving is prachtig. We pauzeren onderweg langs een rivier. Hier wordt druk gesport, we zien veel fietsers en bij de rivier zijn mensen bezig om met een kabel de rivier over te steken. Verderop wordt er geklommen.

Bij Nederland maken we de verplichte foto ("Welcome in Nederland"). Het is één van de twee plaatsjes Nederland in Amerika. Ook in Texas ligt een Nederland.


Dan verder naar Estes Park. Onderweg zien we al een afslag naar het Rocky Mountain NP. Wij bewaren het park voor later die middag, eerst onze cabin opzoeken op de KOA in Estes Park waar we tegen enen aankomen. De KOA ligt iets buiten het dorp, aan de oostkant. De afstand naar het park bedraagt echter maar een paar mijl. Onze cabin ligt pal aan de doorgaande weg, dat is iets minder. We hebben een cabin met 2 kamers. We kopen een KOA Value Card, zodat we op deze en volgende overnachtingen 10% korting krijgen. Als echte Nederlanders hebben we al uitgerekend dat we de kosten van deze Value Card wel terug zullen verdienen. De cabins zijn niet echt heel goedkoop (tussen de 40 en 70 dollar), maar het is wel lekker dat de kinderen niet alleen hun eigen kamer hebben maar ook elk hun eigen bed (in de vorm van een stapelbed). Ook hebben we op de campings de mogelijkheid om zelf te koken en ons ontbijt klaar te maken. We hebben een gasbrandertje, pannen, borden, bekers en bestek meegenomen. Voor de cabins moet je je eigen beddengoed meenemen. Wij hebben lakenzakken en slaapzakken bij ons, maar meestal is het zo warm dat we alleen de lakenzak gebruiken.
's Middags rijden we, via een supermarkt (Safeways), waar we sandwiches en drinken inslaan, naar het park om ons alvast te oriënteren. De lucht ziet er dreigend uit. Bij de ingang kopen we een National Parks Pass; voor 50 dollar mogen we nu gedurende 1 jaar met de hele familie alle nationale parken gratis bezoeken.
Via http://www.nps.gov/ kun je per park zien wat de entreekosten zijn en kan je berekenen of de aanschaf van een Pass voordelig is. Bij binnenkomst in een park moet je je pas en een legitimatiebewijs laten zien, want de pas staat op naam. Inmiddels is het gaan onweren en regenen, het is nog even een klus om de ruitenwissers voor en achter te vinden. Helaas krijg je bij de huurauto's geen instructieboekje mee, het duurt daarom een tijdje voor we alle snufjes ontdekt hebben (en waarschijnlijk hebben we ze niet eens allemaal ontdekt). Zo hadden we een boordcomputer aan boord en ontdekte Martin pas na twee weken dat als hij op een bepaald knopje drukte de temperatuur niet meer in Fahrenheit maar in Celsius werd weergegeven.

We twijfelen of we met dit weer wel het park in moeten gaan, maar de ranger bij de ingang vertelt dat het weer hier in de bergen snel om kan slaan, dus we besluiten ondanks het onweer toch nog maar een stukje park te verkennen. En inderdaad, als we naar het westen rijden klaart het weer snel op, en kunnen we even later onder een stralend zonnetje bij een van de vele uitzichtpunten toch nog van onze picknick genieten.








Omdat we nog aan de hoogte moeten wennen, hebben we deze middag geen wandeling gepland maar als we vanaf de Trail Ridge Road omhoog kijken, zien we sneeuw liggen. Judith wil er direct naar toe. We besluiten om er toch naar toe te klimmen. We zijn nu op een hoogte van ongeveer 3700 meter. Marijke is moe en blijft in de auto. Judith klautert als een berggeit omhoog. De oudjes komen er hijgend en puffend achteraan. Later worden we gestraft voor deze inspanning. We krijgen allebei een enorme hoofdpijn. Waarschijnlijk hoogteziekte als gevolg van een te plotselinge overgang naar grote hoogte. Gisteren liepen we nog op zeeniveau. Ongeveer één op de vier toeristen krijgt er last van. Weliswaar hebben we aardig wat water gedronken, maar misschien is het toch niet genoeg geweest.
Veel zin om nog uitgebreid uit eten te gaan, hebben we niet, dus we houden het maar bij een bezoekje aan de McDonalds (nog maar twee dagen hier en nu al naar de Mac, gaat dat de hele vakantie zo door?). De kinderen vinden het echter wel een goed plan.

11 juli Estes Park

11 juli
Estes Park
Overnachting: KOA Cabin, 64 dollar
Afstand 30 km


De kinderen zijn al om half zes wakker en wij dus ook. We blijven nog even liggen, maar om 7.00 uur zijn we klaar om bij The Egg & I te gaan ontbijten. Het is er op dat tijdstip al druk en we moeten zelfs even wachten op een tafeltje. De menukaart is ongelooflijk uitgebreid, eieren in allerlei variaties. Naast de standaard "your choice of eggs" met bacon of sausages en hash browns, ook diverse omeletten, Mexicaanse gerechten, pancakes en zelfs nog wat gerechten zonder ei. Het restaurant is leuk ingericht, met veel kip- en ei-versieringen.


Na een bezoek aan de Safeway waar we broodjes en drinken kopen, rijden we weer het park in, deze keer naar het zuiden. We willen een rangerpraatje bijwonen (nodig voor het Junior Ranger Program waar Marijke aan mee doet én omdat we het altijd leuk vinden om op die manier iets over een Nationaal Park te leren) en we hebben gekozen voor de "The importance of being a beaver" die om 10 uur begint. We zijn iets te vroeg bij de ontmoetingsplaats, maar al snel komt de vrouwelijke ranger er aan en langzamerhand komen er meer belangstellenden bij - voornamelijk families met kinderen.
Aan de hand van een bevervacht krijgen we bij het startpunt al veel wetenswaardigheden te horen over bevers en daarna vertrekken we voor een korte wandeling langs een riviertje, waarin meerdere beverdammen te zien zijn.


Hoe verder stroomopwaarts, hoe groter de dammen worden. We hebben geluk want bij de laatste dam, waar ook een bever"lodge" is gevestigd, zien we een drietal bevers zwemmen.
Het is leuk om te horen hoe belangrijk de bevers zijn voor het instandhouden van de "wetlands" en daarmee voor de aanwezigheid van een grote variëteit aan wild. Helaas wordt dit alles niet alleen bedreigd door de mens maar ook door de herten die met de bevers concurreren om de boomschorsen als voedsel.

Na de beaver walk hebben we een wandeling om het Bear Lake gepland. De toegangsweg naar Bear Lake is afgesloten wegens werkzaamheden en we moeten gebruik maken van een shuttlebus die vanaf een parkeerterrein vertrekt. Helaas blijkt het parkeerterrein helemaal vol te zijn. We rijden naar een ander parkeerterrein, bij de Glacier Basin Campground, waar we een broodje eten. We merken wel dat we erg lang op ons Amerikaanse ontbijt kunnen teren, erg veel honger hebben we nog niet. We zullen dan ook de rest van de vakantie nauwelijks lunchen, meestal eten we tussen de middag wat fruit, soms aangevuld met wat koekjes. Omdat we nu eerst met de reguliere bus weer naar het andere parkeerterrein moeten voor de shuttle zijn we aardig wat tijd kwijt voor we bij het Bear Lake zijn. Het is een klein meer, omringd door bergtoppen, met prachtige uitzichtpunten. We lopen eromheen, langs een vlak pad en ondanks de drukte is het zeer de moeite waard. 



Als we weer terug zijn bij de auto besluiten we een manege op te zoeken, want de kinderen willen graag paardrijden in Amerika. Moeder moet mee als begeleider. We komen een manege tegen op weg naar de uitgang van het park. Helaas kun je er alleen maar tochten van 2 uur maken en dat vind ik wat te veel voor iemand die in meer dan 30 jaar niet gereden heeft. We besluiten het te proberen bij de stal naast onze camping. Nadat Marijke bij het Visitor Center haar junior Ranger button heeft afgehaald rijden we het park uit richting Estes Park. Bij deze manege heb je ritten van een uur. De dames melden zich aan (Martin is niet te vermurwen) en we kunnen bijna meteen vertrekken. Het is een rustig ritje, we zijn maar met z'n drieën plus een begeleidster. Het is aardig om te zien hoe snel je echt buiten de bebouwing bent. Dit terwijl we toch vlak bij Estes Park blijven. Het is even wennen aan de Amerikaanse manier van rijden; de teugels worden in één hand vastgehouden, met de andere kun je desgewenst de zadelknop vasthouden.


12 juli Estes Park - Hot Springs

12 juli
Van Estes Park naar Hot Springs
Overnachting: KOA Cabin, 39 dollar
Afstand 538 km



Vandaag een behoorlijke afstand, voor een deel in het spoor van de Oregon Trail. We pakken eerst in en gaan dan ontbijten. Wederom bij The Egg & I, het is ons goed bevallen en het ligt op onze route.
Richting Fort Collins volgen we een rivier langs de Hwy 34. Het wemelt hier van de overnachtingsmogelijkheden, veelal cabins die er allemaal even leuk uit zien. Het is hier een paradijs voor sportvissers.
In Fort Collins bezoeken we het kantoor van de AAA. We zoeken wat kaarten van een aantal staten uit (gratis op vertoon van je ANWB ledenpas) en als de dame achter de kassa hoort waar we allemaal heen gaan, komt ze nog met plattegronden en een erg handige kaart van Yellowstone en de Grand Tetons aanzetten. Voor de kinderen (en ook een beetje voor onszelf) kopen we een puzzel met alle staten. Erg leerzaam; in het westen zijn we aardig bekend, maar de overige staten zijn voor ons nog onontgonnen terrein.
We volgen de Insterstate 25 naar het noorden. Ter hoogte van Guernsey slaan we af naar het oosten. Bij Guernsey bekijken we de sporen die de huifkarren 150 jaar geleden daar gemaakt hebben en die nog steeds zichtbaar zijn.

Dit is een stuk van de Oregon Trail, de route die de landverhuizers namen op weg naar goud en geluk in het verre westen. Iets verder nar het oosten zijn rotswanden waar de reizigers hun naam in graveerden. Er is een stuk achter gaas, waar de echt oude inscripties staan, verderop staan ook recentere namen. Grappig dat het schrijven van je naam in een boom of rots 150 jaar geleden ook al voor kwam.


Daarna rijden we door naar Fort Laramie. Dit fort diende eerst militaire doeleinden maar werd later een handelspost waar pelsjagers en indianen hun spullen kwamen ruilen. Ten tijde van de tochten naar het westen konden de vermoeide reizigers hier even bijkomen en eten inslaan.
Vanuit Wyoming rijden we South Dakota in. Mocht je er op uit zijn om zoveel mogelijk staten aan te doen, dan ligt hier je kans; Nebraska ligt vlak om de hoek. De wegen zijn hier rustig, we rijden door kale heuvels, slechts hier en daar staan wat bomen, meestal langs een (uitgedroogd) beekje. Soms zien we wat vee, maar veel is het niet.
In Hot Springs hebben we weer een KOA-cabin, dit keer een cabin met één kamer. Hier zullen we één nacht blijven. Als het goed is ontmoeten we hier Arnout, een collega van ons, die met vrouw en kinderen op familiebezoek in Amerika is en daar een rondreis aan vastgeknoopt heeft.
Als we bij de receptie informeren naar de cabin waar "die andere Nederlanders" zitten weten ze te vertellen dat de familie op stap is. Jammer, het is etenstijd en het was wel leuk geweest om samen te eten. Het blijkt dat de mogelijkheden om te eten hier zeer beperkt zijn, eigenlijk moeten we terugrijden naar Hot Springs, maar daar hebben we niet meer zoveel zin in.
De winkel op de camping biedt wel wat mogelijkheden, we schaffen een propaanfles aan en gaan voor een macaronimaaltijd met saus uit een potje. Als we willen afwassen blijkt dat er geen afwasplekken op de camping zijn. Bij de receptie horen we dat de mensen die zelf koken met een camper zijn en dus hun eigen afwasgelegenheid hebben. We spoelen de pannen maar af onder de waterkranen die overal op de camping staan.
Na het eten komen Arnout en familie langs. Ze hebben er al een hele week opzitten en erg veel familie bezocht. Waarschijnlijk gaan ze nog door naar Montana waar ze uitgenodigd zijn door een tot dan toe onbekende neef. Wat zijn Amerikanen toch gastvrije mensen! Ze hebben besloten nog een dag langer te blijven in Hot Springs, de camping bevalt goed. Het is inderdaad een prachtige camping, met veel bomen en eekhoorns. Wij willen ook nog wel wat langer blijven, maar de camping in Hill City lijkt ook mooi, dus wij beginnen 's avonds al weer met inpakken. We draaien in de laundry op de camping onze eerste was van de reis. Martin raakt in gesprek met een bejaard Australisch stel dat bezig is met een wereldreis van een jaar.

13 juli Hot Springs - Hill City

13 juli
Van Hot Springs naar Hill City
Overnachting: KOA Cabin, 69 dollar
Afstand 72 km



Wij ontbijten eenvoudig met brood met pindakaas en jam. Het blijkt erg moeilijk te zijn om lekker brood te vinden, alles smaakt veel te zoet. Eigenlijk moet je ook geen brood eten, maar gewoon lekker eieren en spek gaan bakken.
Na het ontbijt spelen we een rondje midgetgolf. Er ligt een mooie baan met allerlei westernattributen als hindernissen. Op weg naar het bij Mount Rushmore gelegen Hill City, bekijken we onderweg de mammoetskeletten waar Hot Springs beroemd om is.
In 1974 zijn hier bij bouwwerkzaamheden verschillende skeletten gevonden. Toen bleek dat er veel skeletten van mammoeten bij zaten is de bouw gestopt en het bouwproject afgeblazen. Vanaf die tijd wordt er hard gewerkt om zoveel mogelijk skeletten bloot te leggen. Op het gebied is inmiddels een tentoonstellingsgebouw gezet. Er worden rondleidingen gegeven waarbij je over een soort boardwalk over de vindplaats loopt. Je hebt daardoor een goed zicht op de vondsten (deze laten ze na het blootleggen in de grond zitten) en op de mensen (veel vrijwilligers) die met minuscuul gereedschap bezig zijn de grond verder open te werken. Behalve mammoeten zijn er ook beren en andere zoogdieren gevonden. Alle dieren zijn omgekomen door verdrinking in een warme bron die hier vroeger was. Het warme water oefende een grote aantrekkingskracht uit, maar de steile wanden die de bron had, maakten het de dieren onmogelijk om weer uit het water te komen. Het water werd in de loop van eeuwen verdrongen door zandafzetting waardoor de overblijfselen bewaard bleven.

Na Hot Springs rijden we naar het Crazy Horse Memorial, het levenswerk van de beeldhouwer Korczak Ziolkowski die in 1939 door de indianen van de Dakota-stam werd gevraagd Crazy Horse in de Black Hills van South Dakota te beeldhouwen. In 1947 arriveerde Korczak in de Black Hills om de uitnodiging te aanvaarden, en in 1949 begon het project daadwerkelijk. Korczak voorzag dat zijn vrouw en hij het niet mee zouden maken dat het beeld af zou zijn en daarom liet hij 3 boeken na met daarin gedetailleerde instructies hoe het beeld afgemaakt moest worden.
Crazy Horse was gekozen als het symbool voor de strijd van de Indianen. Hij was, samen met Sitting Bull, de aanvoerder van de indianen die in 1876 bij Little Big Horn het Amerikaanse leger dat onder leiding stond van generaal George Custer in de pan hakten. Nadat hij later alsnog van zijn land verdreven was, werd hen gevraagd naar waar zijn land nu was. Hij antwoordde: "My lands are where my dead lie buried". Hij werd gedood door een Amerikaanse soldaat in 1877 op ongeveer 35-jarige leeftijd.
Korczak wilde voor het project geen geld van de belastingbetaler; hij wilde voor het Crazy Horse Memorial alleen geld ontvangen van mensen die daadwerkelijk geïnteresseerd zijn. Om publiek (en donaties) te trekken is er een enorm complex gebouwd met musea, giftshops, restaurants. Korczak stierf in 1982. Zijn werk wordt voortgezet door zijn vrouw Ruth en zeven van hun kinderen. Momenteel is alleen het gezicht klaar. Dat is groot. Alle vier de hoofden van de presidenten van Mount Rushmore passen er in. De verwachting is dat het nog wel 50 jaar gaat duren voordat het hele beeld af. Judith neemt zich ter plekke voor om er tegen die tijd nog een keertje te komen kijken.



  Crazy Horse

We overnachten op de KOA-camping bij Hill City. Het is een grote camping, de grootste die we tot nu toe in Amerika tegengekomen zijn. Hij is zelfs zo groot dat we met de auto naar de campingwinkel rijden om boodschappen te doen. Er zijn twee zwembaden, waarvan er een helaas dicht is. De andere heeft een glijbaan waar je voor moet betalen. We eten bij het restaurant op de camping. Wij gaan voor een steak, en de kinderen kiezen wat uit van het buffet. Na het eten is er buiten in een soort theater een optreden van twee country zangers. Tussendoor vertellen ze grappige anekdotes.

14 juli Hill City

14 juli
Hill City
Overnachting: KOA Cabin, 69 dollar
Afstand 75 km


We zijn vroeg op pad. Het plan is om bij Mount Rushmore National Memorial te ontbijten. Vanaf de camping is het maar een paar kilometer rijden. Er zijn grote parkeerplaatsen. Omdat we vroeg zijn, staan we aardig dicht bij de ingang. Aangezien Mount Rushmore onderdeel is van de National Park Services kunnen we ook hier gebruik maken van onze pas. Er is een visitor center maar we lopen eerst door naar het restaurant. Dit blijkt een enorme zaal te zijn, in cafetaria-stijl. We gaan voor een Rushmore ontbijt; roereieren, sausages en hash browns voor slechts $ 3,50. Vanaf de eetzaal hebben we een goed uitzicht op de vier presidenten. De zaal zelf wordt opgesierd door vlaggen van alle staten. Hier kan elke Amerikaan zijn hart ophalen.

Na het ontbijt lopen we langs de Avenue of the Flags naar The Presidential Trail, het pad dat voor het monument langs loopt. Onderweg komen we Lincoln tegen, althans iemand die zich heeft uitgedost als Lincoln. Martin en Marijke gaan met hem op de foto.
Daarna nemen we nog een kijkje in de werkplaats van Borglum, de beeldhouwer die de beelden in de rots ontworpen heeft. Hier zien we de oorspronkelijke opzet: de vier presidenten incl. bovenlijf. Door geldgebrek zijn uiteindelijk alleen de hoofden gerealiseerd. Ook blijkt dat Jefferson eerst rechts van Washington (voor de kijkers links) was gepland. Na zo'n twee jaar werk aan het hoofd bleek dat het graniet te veel scheuren vertoonde en besloot men alles weg te halen en opnieuw te beginnen aan de andere kant van Washington.




Na Mount Rushmore rijden we via het Custer State Park terug naar de camping. Een schitterende route. We zien bizons, herten en wilde ezels. Het laatste stuk door de Needles is erg indrukwekkend. Grijze rotsen in prachtige naaldvormige figuren. Een paar keer moeten we door een zeer smalle tunnel waar auto's elkaar niet kunnen passeren. Het is een kwestie van langzaam rijden en goed uitkijken of er geen tegenligger aankomt. Enige kilometers voor de camping ligt het Sylvan Lake. We besluiten hier nog even rond te lopen en de kinderen willen zwemmen. Het is een prachtig meer en de kinderen zijn dan ook niet de enigen die even een duik willen nemen, Het kost moeite om een parkeerplaats te vinden, maar uiteindelijk lukt het toch. De kinderen kleden zich om en gaan zwemmen.


Wij gaan ondertussen een rondje om het meer lopen. We hebben echter nog geen 500 meter gelopen of de lucht wordt opeens vreselijk donker. We gaan meteen terug naar het strandje waar de kinderen zijn. Deze zijn inmiddels ook al het water uitgegaan. Op een holletje rennen we allemaal naar de auto en we hebben de deuren nog niet achter ons dicht gedaan of het onweer en de regen barsten in alle hevigheid los. Als de ergste regen voorbij is, rijden we terug naar de camping.


15 juli Hill City - Sheridan

15 juli
Van Hill City naar Sheridan
Overnachting: Best western, 103 dollar
Afstand 370 km



Eigenlijk hadden we hier in de buurt ook nog het Badlands NP willen bezoeken, maar we hebben gisteren bedacht dat het toch wel erg veel zou worden. Op naar Sheridan dus, via een scenic byway. We maken zelf ons ontbijt, slaan wat etenswaren in voor onderweg en rijden richting Hill City.
Hier brengen we eerst een bezoek aan Wade's Gold Mill. De kinderen mogen hier zelf goud zoeken. We zijn de enige bezoekers. Daardoor hebben de eigenaar en zijn broer uitgebreid tijd om de kinderen de kunst van het goudzoeken bij te brengen. Eerst krijgen ze een uitgebreide uitleg over het "pannen", ze laten zien hoe je uit een schaal met zand eventuele goudklompjes kunt opsporen.

De heren halen hun zand uit een rivierbedding verderop. Er liggen twee heuvels met puin. De kinderen mogen hier zelf wat uitscheppen. Marijke kan niet kiezen en neemt uit beide bergen een schep. Vervolgens moeten ze aan het werk. In een bak met water worden eerst de lichtere delen eruit gehaald. Tegelijkertijd worden grote stenen verwijderd. Mooie exemplaren worden opzij gelegd. Uiteindelijk blijft er een schaal over met fijne korrels. Judith is de eerste die een stukje goud vindt. Dan vindt Marijke gelukkig ook iets. Het is een redelijk groot stuk en de heren Wade zijn erg geïnteresseerd uit welke berg puin Marijke's vondst kwam. Helaas, ze heeft van beide hopen iets geschept, dus dat is niet meer na te gaan. Behalve goud vinden ze ook kwarts en granaat.



Devil's Tower, bekend van Steven Spielberg's film Close Encounters, is onze volgende stop. Over de rots, die al van ver te zien is in het verder vlakke landschap lopen verticale strepen. Volgens een indiaanse legende zijn ze van een grote beer die zijn klauwen in de rotswand zette toen deze naar boven wilde klimmen.
We lopen er een eindje langs. Je kunt er helemaal omheen lopen, maar omdat het gaat regenen duiken we het visitor center in waar we wat kaarten kopen, en dan gaan we verder.

Bij de uitgang stoppen we nog even om de vele prairy dogs te bekijken. We hadden al gelezen dat er hier een grote kolonie was. Het krioelt inderdaad van de dieren. Judith probeert ze op de foto te zetten maar dat blijkt niet eenvoudig, ze verdwijnen vliegensvlug onder de grond als je probeert iets dichterbij te komen. Zelfs met mijn zoomlens lukt het niet echt om een goed plaatje te krijgen.
We rijden verder, langs de I90, via Buffalo naar Sheridan. Het is een lange weg, met weinig onderbrekingen. Zo hier en daar passeren we een dorpje, meestal slechts een paar huizen. Bij elk gehucht staat het inwonertal aangegeven, soms niet meer dan 20. De regen is allang weer opgehouden, het is hier droog en kaal.
In Sheridan hebben we een Best Western geboekt, in de Main street. We vinden het zonder problemen. Het motel ligt aan beide kanten van de Main street, de delen zijn verbonden door een luchtbrug. We eten in de Sanford's Grub Pub & Brewery waar we heel toevallig terechtkwamen, al wandelend over de Main Street. Martin dacht dat je wel lopende vanaf je motel onderweg een restaurant zou tegenkomen. Ik liep net te verzuchten dat je in Amerika echt niet moest denken dat je lopend naar een restaurant kon gaan (er was in geen velden of wegen iets te bekennen) totdat het ons opeens opviel dat er veel mensen ergens op een hoek een nogal obscuur uitziend pandje binnenliepen. Wij er voorzichtig achteraan, bleek het een geweldig leuk ingericht restaurant te zijn, met ongelofelijk veel TV's, kitsch en vele soorten bier.

 "The maze of rooms at Sanford's, located in a 1907 historic building, is decorated like the dorm room of a junkman's son: Televisions, beer signs, and license plates are crammed to the rafters. You might even say the same about the dinner menu, which leans toward Cajun dishes, with really good jambalaya and Cajun-flavored burgers and steaks -- try the New York strip Cajun-style. But the restaurant also has a whole lot of other things, including some items, like fried okra, that you wouldn't expect to see above the Mason-Dixon Line. Sanford's is a good spot for beer drinkers, with a seemingly unlimited selection of bottled beers, plus the restaurant's own Cloud's Peak Raspberry Wheat, a stout, and an amber ale."

Martin heeft een sandwich met allerlei onduidelijke dingen, maar zo overheerlijk dat ik spijt heb dat ik dat niet ook gekozen heb. De hot dog van Marijke past niet eens op het toch al niet kleine bord. Na afloop wordt er vriendelijk aangeboden of we wat mee willen nemen. Wel handig als je een kamer hebt met koelkast en magnetron! Het restaurant is een echte aanrader, de plaats waar we deze vakantie het lekkerste gegeten hebben.

16 juli Sheridan - Cody


16 juli
Van Sheridan naar Cody
Overnachting: KOA, 60 dollar
Afstand 240 km



Vandaag is het dé dag in Sheridan: de parade!
Gisteren was het ons al duidelijk dat er iets ging gebeuren, er stonden allemaal stoelen klaar langs de kant van de weg aan de Main Street. En ja, het blijkt de jaarlijkse parade te zijn. Terwijl wij de vorige dag aan het eten waren, werden er ook nog stukken van de weg afgezet zodat wij voorlopig niet meer van onze parkeerplaats af kunnen rijden. We doen het dus 's morgens rustig aan, zolang onze auto er niet uit kan, kunnen wij op ons gemak van het ontbijt en de parade gaan genieten.

Het ontbijt in het hotel valt wat tegen; het is een klein buffet met roereieren en bacon. We pakken in en zoeken een plaatsje langs de kant van de weg. Voor ons op het trottoir zit de plaatselijke jeugd, er achter wat opa's en oma's op stoelen. Bij de Best Western worden buiten hamburgers gebakken. Hoewel het nog geen 10 uur, is het al aardig warm. De hamburgers zijn dan ook niet erg in trek.
De parade bestaat uit een grote bonte stoet van ruiters op een paard, tractoren, meer ruiters op een paard, vreemdsoortige auto's, nog meer ruiters op een paard, muziekkorpsen en nog veel meer ruiters op een paard. Uit de verschillende voertuigen wordt druk gestrooid, de weg ligt vol met snoep. Nu snappen we waarom de jongens voor ons uitgerust zijn met plastic tasjes. Ook Judith en Marijke graaien enthousiast mee en omdat zij geen tas bij zich hebben worden Martin en ik bedolven onder snoep. De parade is nog niet eens halverwege of de jongens roepen al dat dit een 'Great Year' is, "The best year ever!" Judith en Marijke verzamelen zelfs zo veel snoepgoed, dat ze het twee weken later nog niet ophebben. Dan kan je wel nagaan dat het heel veel moet zijn.
Tussen de cowboys en dansende meisjes rijden ook diverse kandidaten voor het burgemeesterschap mee. Vote Jim Wilson! Maar het hoogtepunt van de optocht vinden wij de meisjes van de Wal Mart die met hun winkelwagentjes lopen en daar ingewikkelde dansen mee uitvoeren, ondertussen enthousiast strooiend met allerlei lekkers uit de supermarkt.
Het wordt steeds warmer, maar gelukkig komt er nog de Christian Society langs die gratis flesjes ijskoud christelijk water uitdelen. Dat gaat er wel in. Het water is heerlijk koud, er drijft zelfs nog ijs in. Dan weer paarden, pony's en ook een paar meisjes die water proberen te verkopen. Er is geen belangstelling voor; we hopen voor ze dat ze volgend jaar zo slim zijn om vóór de Christian Society te lopen.
Als de parade afgelopen is, lopen we terug naar het hotel, onderweg uitkijkend dat we niet door de paardenpoep lopen. In het hotel gooien we nog wat ijs in de koelbox en gaan we richting Cody.
De highway 14 voert door de Big Horn Mountains. Een prachtige weg die langzaam de bergen in slingert. We pauzeren bij Shell Falls Overlook.



We smeren wat boterhammen en dalen af naar een van de view points. Later nemen we een kijkje in het visitor center. Er zijn meerdere wandelmogelijkheden. We nemen nog een kort pad langs de rand. Het is een zogenaamde 'interpretive trail', dat wil zeggen dat er op verschillende plaatsen met borden informatie wordt gegeven over o.a. bomen, planten, en de geologie van het gebied.
In het winkeltje kopen we een T-shirt voor Judith. Als we naar buiten lopen, komt de verkoopster ons nalopen. Of de kinderen nog wat gratis schoolspullen willen hebben zoals potloden en linialen. Dat willen ze wel.
Vervolgens trekken we weer verder naar het westen. 'Go west young man'. We volgen lange tijd de Shell Creek. Onderweg moeten we een keer stoppen omdat een schaapskudde de weg blokkeert. Verderop wordt het vlakker en droger totdat we halverwege de middag Cody bereiken.
De KOA camping ligt aan de weg, vlak voor Cody. De cabins staan in een niet zo gezellige rechte rij en er zijn weinig bomen. Het is er erg warm. Maar verder is het een prima camping, leuk zwembad, schoon sanitair en een gratis pancake ontbijt. Ook hier weinig tenten, de RV's zijn in de meerderheid. Op een gegeven moment lijkt het alsof er een bus het terrein op rijdt, het blijkt echter een grote camper te zijn. Hij gaat keurig naast de andere campers staan, netjes in het gelid. Bij de grotere campers zie je vaak dat ze nog een auto achter de camper meenemen. Best handig, want hoewel veel is ingericht op ruime auto's en RV's, is het toch niet altijd handig om met je hele hebben en houwen boodschappen te gaan halen. Een man uit een van de grotere campers begint zijn wagen schoon te boenen; hij zal er de hele avond mee zoet zijn. Eigenlijk kan onze Dodge ook wel een wasbeurt gebruiken, maar daar beginnen we niet aan; vermoedelijk ziet hij er morgenavond weer net zo stoffig uit als nu.
Marijke ontdekt dat er op de camping een manege is en loopt er meteen heen, maar ik vind het veel te heet om te gaan rijden, en de meneer van de manege is het gelukkig met me eens. Misschien morgenochtend, maar dan hebben we wel een lange dag voor de boeg.
We gaan eerst Cody bekijken. Martin en ik willen graag naar het Buffalo Bill Historical Center. Het is al redelijk laat, maar gelukkig blijkt het center nog tot 8 uur pm open te zijn. Het Buffalo Bill Historical Center bestaat uit 5 musea. Het wordt wat veel om dat nog allemaal te gaan bekijken. Wij houden het bij het deel over de Plains Indians, en het museum over Buffalo Bill zelf. De officiële site van het center (http://www.bbhc.org/index_flash.cfm ) heeft zelfs een Nederlandse versie!
Via de Wal Mart rijden we terug naar de camping. We koken weer pasta, en gaan nog even lekker zwemmen. Marijke weet een schommelbank aan de rand van het zwembad te bemachtigen, maar ze heeft geen geduld om er lang op te blijven zitten. Dan mogen pa en ma eventjes. Heerlijk.

17 juli Cody - Yellowstone

17 juli Van Cody naar Yellowstone
Overnachting: cabin Mammoth Hot Springs, 69 dollar
Afstand 261 km



Omdat we nog eieren over hebben van de doos van twaalf die we in Hill City hebben gekocht (zelfs in een campingwinkel heb je geen kleinere hoeveelheden) gaan we 's morgens een eitje bakken. Ook maken we gebruik van het gratis pancake ontbijt en dan kunnen we er wel weer even tegen.
We verlaten Cody via de 296 om via de Chief Joseph Hwy naar de 212 te rijden. Daar zullen we niet meteen linksaf gaan richting Cooke City maar eerst nog een stuk de Beartooth Hwy rijden. Het stuk in de omgeving van Cody dat we gisteren reden was erg vlak, maar nu komen we in heuvelachtiger terrein. Het was in deze omgeving dat Chief Joseph en zijn volk op de vlucht voor het Amerikaanse leger door Yellowstone trok; een vlucht van meer dan 1500 mijl die pas 40 mijl voor de Canadese grens (waar ze in veiligheid zouden zijn geweest) eindigde. De Beartooth Scenic Highway is inderdaad de moeite waard. De weg kronkelt langzaam omhoog en wordt steeds smaller. De uitzichten zijn prachtig, we zien veel meertjes, en komen steeds meer stukken met sneeuw tegen.  De weg is merkwaardigerwijze wel druk. Onderweg komen we namelijk zeker 2000 motorrijders, type easy riders, tegen die onderweg zijn naar een Rock-festival. We stoppen bij een riviertje voor een picknick, maar als we de auto uitstappen worden we belaagd door enorme hoeveelheden muggen en we vluchten weer snel de auto in. Hierna rijden we door tot we een hoogte van meer dan 3000 meter bereikt hebben.





Dan keren we om, en rijden via Cooke City naar de noordoost-ingang van Yellowstone. Bij de ingang ontvangen we het bekende kaartje van de NPS, en de Yellowstone Today. Hierin staat veel informatie over wegafsluitingen, trails, highlights, wat te doen als je slechts 1 dag hebt, welke ranger-programma's er zijn, etc. 
Hoewel het deel tussen de Northeast Entrance en Tower Falls niet het meest bekende stuk van het park is - te weinig spectaculair waarschijnlijk - genieten we van het uitzicht. Aan weerszijden van de weg strekt de vallei zich uit, en er stromen verschillende riviertjes vlak langs de weg, zoals de Pebble Creek. Al gauw zien we bij zo'n riviertje de eerste kudde bizons. Erg ver weg, maar gezien de hoeveelheden moeten dit wel bizons zijn. We zitten zo naar die bizons te turen dat we allemaal een doodschrik krijgen als er - na een bocht in de weg - opeens een enorme bizon aan de rechterkant van de weg staat, op nog geen meter afstand van de auto.

Dit gedeelte van het park (de Lamar Valley) is ook het deel waar de kans op het zien van wolven het grootst is. Maar helaas, niet op het midden van de dag. De eerste plaats die we aandoen is Tower. We lopen naar de Tower Falls (niet echt spectaculair). De kinderen zijn meer geïnteresseerd in de souvenirwinkel naast het parkeerterrein. De weg van Tower naar Canyon is afgesloten in verband met wegwerkzaamheden. Dit stond op de NPS-site al maanden van tevoren aangegeven, en we hebben met onze plannen hier al rekening meegehouden.




Het wegennet in Yellowstone bestaat uit een soort 8. Omdat nu het stukje van rechtsboven naar rechtsmidden afgesloten is, kan je niet het bovenste rondje rijden. Om te voorkomen dat we nu erg veel dezelfde stukken heen en weer moeten rijden, hebben we nu in twee plaatsen (zowel in Mammoth Hot Springs als in Lake) een cabin geboekt.


Van Tower rijden we naar Mammoth, waar we ons registreren. We hebben een vrijstaande cabin met een veranda. Van buiten ziet het er vervallen uit, maar binnenin ziet het er een stuk beter uit. Het is net een gewone motelkamer, maar dan zonder douche en toilet, daarvoor moeten we even verderop zijn. Wel heeft het een eigen wasbak. Rond de cabins lopen overal eekhoorntjes rond, druk bezig met bedelen.


  Gelukkig weet Marijke als gediplomeerd junior ranger dat je de squirrels niet mag voederen.

's Avonds eten we in het restaurant bij het hotel. Het enige alternatief in Mammoth is de Terrace Grill, een wat misleidende naam voor een ordinaire hamburgertent. Ons restaurant is tamelijk duur en de prijs-kwaliteitverhouding houdt niet over. De kinderen krijgen een soort boekje als menukaart. Er zit een bladzijde in waarop je stickers kan plakken die je kunt krijgen in de cadeaushops die je in diverse plaatsen in het park kan vinden. Als je vier stickers hebt, dan krijg je een cadeau. Marijke haalt na het eten gelijk haar eerste sticker.

18 juli Yellowstone

18 juli Yellowstone
Overnachting: cabin Mammoth Hot Springs, 69 dollar
Afstand 30 km


We ontbijten in hetzelfde restaurant als waar we gisteren gegeten hebben. Weer niet goedkoop, maar het ontbijt is prima. De kinderen nemen van het buffet en wij gaan weer voor onze eieren (sunny side up) met hash browns - en we eten stiekem mee van de worstjes van de kinderen.
Na het ontbijt gaan we paardrijden. Marijke had al maanden van te voren geroepen dat ze in Yellowstone wou paardrijden. Dat kan bij Tower en hier bij Mammoth. Behalve één of meerdere uren rijden is het overigens in Yellowstone in Roosevelt ook mogelijk om een 'cookout' bij te wonen. Je gaat dan te paard of met een huifkar naar de plek waar het diner geserveerd wordt. Judith heeft vandaag geen zin om te rijden, dus gaan Marijke en ik met z'n tweeën.
We hebben ons al voor het ontbijt opgegeven in het hotel. Gelukkig is er in de ochtend nog ruimte, het is te warm om op het midden van de dag te gaan rijden. We rijden met een klein groepje en twee begeleiders. Een van de begeleiders rijdt voorop, de ander rijdt naast ons, en checkt regelmatig of iedereen zich aan de instructies houdt (niet te ver achterblijven, geen foto's maken, etc) en om een gezellig praatje te houden.
Op een gegeven moment wijst hij op een gebergte in het oosten, Mount Everts, en vertelt dan het verhaal van Truman Everts, die 37 lange dagen verdwaald was in Yellowstone, maar die wonder boven wonder wist te overleven. Truman Everts ging in 1870 met de Washburn-expeditie mee, maar raakte deze kwijt en zag vervolgens tot overmaat van ramp zijn paard er met de voedselvoorraden vandoor gaan. Hij zwierf daarna liefst 37 dagen lang alleen door Yellowstone. Hij woog toen hij gevonden werd amper veertig kilo meer. Everts werd gevonden door twee mannen die wel geïnteresseerd waren in de beloning die de familie van Everts na verloop van tijd uitgeloofd had voor degene die het lichaam van Everts zou vinden - men wilde Everts op een waardige manier begraven. Helaas konden de mannen naar de beloning fluiten; nu Everts levend gevonden was, vond zijn familie dat Everts nu zelf maar de beloning moest betalen. Everts weigerde dat; hij meende dat hij het ook zonder zijn redders wel gered had.
Later koop ik het boekje 'Lost in Yellowstone' waarin Truman Everts zelf zijn verhaal vertelt, aangevuld met de nodige kanttekeningen en nuanceringen. Halverwege de rit wijst een van de begeleiders naar links, er blijkt een jonge beer, een black bear, te lopen, vlak naast de bosrand. Helaas mochten we geen fototoestel meenemen tijdens het rijden, dus deze ontmoeting kan niet vastgelegd worden. De moeder van het jong moet ongetwijfeld in de buurt zijn maar die zien we niet.

's Middags wandelen we langs de terrassen van Mammoth Hot Springs. Hier heeft het bronwater prachtige afzettingen gemaakt in de vorm van terrassen. 








Omdat het behoorlijk warm is besluiten we om niet meer naar Norris te rijden zoals we eerst gepland hadden, maar zoeken we één van de weinige plekken in Yellowstone op waar gezwommen mag worden. Dit is een rivier iets ten noorden van Mammoth, waar het warme water van een bron in de rivier komt. Je vindt de bron door de weg naar de north entrance te rijden. Precies op de plek waar een bordje aangeeft dat hier de 45e breedtegraad loopt, is een parkeerplaats waar vandaan een pad loopt naar de plek waar de heetwaterbron in de ijskoude rivier uitkomt. Omdat het een snelstromende rivier is, moet je wel uitkijken dat je op de been blijft. De plek is dus niet geschikt voor kleine kinderen.


Judith verliest een waterschoen in het snel stromende water, jammer want die hadden we nog nodig voor de Narrows in Zion.
's Avonds onweert het in de verte langdurig. We liggen in bed en doen de gordijnen een stukje open om van het spektakel van de fel oplichtende bliksemschichten te kunnen genieten.