dinsdag 18 oktober 2011

28 juli Las Vegas - Death Valley

28 juli
Van Las Vegas naar Death Valley
Overnachting: Furnace Creek Ranch, 130 dollar
Afstand 296 km






Het ontbijtbuffet laten vandaag we voor wat het is, we willen nu even lekker bediend worden. We gaan naar het Pink Pony restaurant in Circus Circus. Het is het normale recept van eieren naar keuze met spek of worstjes en hash brown. De kinderen gaan voor french toast en pannenkoeken.
Dan is het inpakken en wegwezen, de woestijn in richting Death Valley. Na een half uurtje rijden zien we ten noorden van de stad op de I95 een bord met Road Closed Ahead erop staan. Heel fijn. Er rijden echter nogal wat auto's die kant op. We kijken of er nog een mogelijkheid is om eerder af te slaan en besluiten het erop te wagen. Uiteindelijk blijkt er nergens sprake te zijn van een roadclosure.
Het wordt steeds warmer maar we kunnen de airco gelukkig aanhouden. Op sommige plekken wordt afgeraden om de airco aan te laten, zeker wanneer de motor het toch al zwaar heeft, maar dat valt hier gelukkig wel mee. We komen aan de oostkant (Hwy 190) Death Valley binnen en onderweg naar Furnace Creek waar we geboekt hebben, bekijken we Zabriskie Point. Er is een parkeerplaats en daarvandaan is het een klein stukje lopen naar het uitzichtpunt. De temperatuur is echter inmiddels opgelopen tot 120 F (bijna 50 Celcius) en zelfs een klein stukje lopen valt nog niet mee. Het uitzicht is de inspanning echter meer dan waard. 





Als we bij Furnace Creek aankomen is onze kamer nog niet klaar. We parkeren de auto en pakken onze zwemspullen. Er is een groot zwembad dat gevoed wordt door een natuurlijke bron. We kleden ons om en Martin maakt de fout om op blote voeten naar het bad te willen lopen. Niet doen dus. De tegels zijn gloeiend heet. Ik snap ook al gauw waarom er een stuk schuimrubber gedrapeerd is om de leuning van het trapje; het metaal zal geweldig heet worden hier. In het zwembad zien we alleen maar Europeanen, we horen Frans, Nederlands, Duits en Italiaans om ons heen. Amerikanen gaan hier bij voorkeur in de winter naar toe, dan is het hier hoogseizoen. De mensen van 'overzee' hebben echter weinig keus; we hebben nu vakantie.

We hebben een kamer in een langgerekt gebouw van twee verdiepingen. Voor ons een - groen - grasveld dat naar het zwembad leidt. We zitten beneden, met een terras dat grenst aan het grasveld. Jammer genoeg is het te heet om buiten te zitten. Voor we gaan eten draaien we nog even een was. We besluiten dat het met een temperatuur van 50 graden Celsius te gek is om hier de droger te gebruiken en draperen de natte was over de tuinstoelen op het terras. Als we de volgende ochtend naar buiten kijk snappen we waarom het gras zo groen is; er staan diverse sproeiers opgesteld waarvan er eentje vervaarlijk dicht bij onze was komt. Gelukkig is de was droog gebleven.





We eten in het Forty Niners Cafe en daarna rijden we naar Badwater waar we de zon willen zien ondergaan. We hebben echter geen rekening gehouden met de bergen; de zon is al achter de bergen verdwenen als we de weg op rijden, een half uur eerder dan zonsondergang, de tijd waar we op gerekend hadden. Badwater is wel indrukwekkend; dit is het laagste punt van Death Valley. Ongelofelijk als je bedenkt dat het hoogste punt van de VS, de bergen in Alaska niet meegerekend, hier vlakbij is; Mount Whitney in de Sierra Nevada. (4419 meter). Badwater ligt 89 meter onder de zeespiegel. Voor ons is dat niet echt bijzonder, maar zo ver landinwaarts is dat toch wel vreemd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten